Podcast: "Ga er gewoon eens naast zitten."

Yvonne van Lierop, werkzaam bij Het Leger des Heils te Zeist, praat met podcasthost Tijmen Molenaar over waarom je doortastend moet zijn bij het bestrijden van eenzaamheid en hoe zij daaraan bijdraagt. Luister de podcast via Youtube(Verwijst naar een externe website) of Spotify(Verwijst naar een externe website), of lees het interview hieronder. 

Podcast (uitgeschreven versie)

Ik zit hier met Yvonne van Lierop, coördinator maatschappelijke dienstverlening bij het Leger des Heils. Dat is een interessante functie! Kun je me er iets meer over vertellen, over wat het precies inhoudt?

Ja, het is zeker een interessante functie. Het is wel Leger des Heils in Zeist, want Leger des Heils zit natuurlijk door heel Nederland en ik ben vrijwilliger in Zeist.

Ik ben gepensioneerd van de Nederlandse Spoorwegen en ik heb altijd gezegd, als ik met pensioen ga, dan ga ik meer vrijwilligerswerk doen. Het Leger des Heils is ook mijn kerk en vandaar dat ik nu zo'n 18 uur coördinator ben. Ik doe maatschappelijke dienstverlening en dat is heel veelomvattend. 

Op donderdag leid ik de inloop, waar op een ochtend zo'n zeventig mensen komen. Gewoon mensen die wat vertier zoeken, wat gezelligheid. En op vrijdag heb ik echt maatschappelijk werk waar we mensen hebben die we kunnen helpen of mensen die bij ons een postadres hebben.

We zitten hier om te praten over eenzaamheid. We zijn nu in Zeist bezig met een campagne tegen eenzaamheid. Dat gaat enerzijds over mensen die zich eenzaam voelen en misschien naar tips zoeken of geholpen willen worden, maar ook mensen die werkzaam zijn in de sociale dienstverlening en die dus ook met eenzaamheid te maken krijgen. Ik kan me voorstellen dat jij één van die mensen bent die die regelmatig met eenzaamheid te maken krijgt binnen jouw functie bij het Leger des Heils.

Ja, dat klopt. Alleen, het staat natuurlijk bij niemand op het voorhoofd. Dat vind ik nog wel het lastigste daarvan, want niemand zegt zelf dat ze eenzaamheid ervaren. Je moet daarnaar op zoek en dat op zoek gaan, dat is een lastige. Zo door de jaren heen heb ik heb geleerd dat je eigenlijk moet signaleren en waarnemen. Wat zie je, wat hoor je? Soms door bepaalde gebaren of dingen die mensen doen, daar kun je al heel veel uit halen.

Zal ik je daar een voorbeeld van geven? Wij hebben een balie en receptie bij het Leger des Heils. We zijn elke dag open en stel nou dat daar een mevrouw komt en die biedt elke dag één pedaalemmerzakje met een hemdje of een paar sokken aan. Dan kun je dat als baliemedewerkers aanpakken en zeggen “Dag mevrouw, tot de volgende keer”, maar die vrouw komt de volgende dag weer. Daar is dus wel iets mee. Dan moet je signaleren. Wat is hier aan de hand? Waar zit die mevrouw om te springen? Om een gesprekje, om een kopje koffie met iemand te delen? Dan moet je goed alert zijn. Als baliemedewerkers moet je dan denken “Wat is hier aan de hand?” en nodig dan die vrouw uit aan tafel en zeg “Zullen we samen een kopje koffie drinken?” en dan heb je denk ik de kern, dat je echt gesignaleerd hebt. En dan moet je het vertrouwen winnen, want dat heb je ook niet zomaar. En dan weer uitnodigen voor de volgende dag, omdat je elke dag open bent, en dan dat vertrouwen winnen zodat zij over de brug komt met wat er aan de hand is.

Komen jullie dan ook achter waarom iemand eenzaam is geraakt?

Ja, maar voor dat je dat vertrouwen hebt kan je weken verder zijn, hè? Dus we hebben daklozen, want ook daar is eenzaamheid, we hebben iemand die elke nacht op de begraafplaats slaapt tussen twee bosjes in. Reken maar: daar is ook eenzaamheid en daar moet je ook het vertrouwen winnen.

Als je bijvoorbeeld een zorgmijder hebt, dan moet je het vertrouwen winnen. “Joh, wat is er aan de hand? Waar kunnen we mee helpen?” En dat kan echt weken duren voordat diegene zich bloot geeft en zegt “Nou weet je, mijn man is overleden en mijn kinderen willen niet komen.”, of er is van alles aan de hand en dan moet je proberen door dat vertrouwen dat zij of hij uiteindelijk met dat verhaal komt, waardoor je aanknopingspunten hebt om te helpen.

Als dat aanknopingspunt er is, hoe bieden jullie die hulp dan?

Dat begint gewoon met een kopje koffie. We hebben een folder waarin al onze activiteiten staan. Dus op donderdag hebben we inloop. Op vrijdag mogen ze ook komen. We hebben een zangkoor, we hebben een breiclub. “Nou, kijk even op die folder, neem het mee naar huis en kijk waar u interesse in heeft, en dan komt u gewoon weer terug. Dan gaan we erover praten of dat bij u past, of u dat leuk vindt, en dan ga ik de eerste keer met u mee als u het eng vindt of spannend.” En dan “Wilt u bij het zangkoor? Dan ga ik gewoon met u mee en dan introduceer ik u.”

Zo proberen we mensen te helpen. En die drempels over te komen, want reken maar dat dat niet makkelijk is. Als jij een groep ziet zitten - en dan moet je jezelf voorstellen, dat je over die drempel moet om je daar aan te sluiten. Het is echt lastig, dus dat warme welkom, iemand bij de deur, is zo belangrijk om die ander over de drempel heen te trekken.

Ja, dat snap ik, dat het zo lastig is. Dat geldt natuurlijk ook voor mensen die niet per se actief zijn in het sociale werkveld. Die zien misschien soms ook wel eenzaamheid, bijvoorbeeld die buurvrouw die niet veel buiten komt of geen aanspraak heeft. Of je hebt een collega die altijd in zijn eentje luncht. Heb jij tips of ideeën voor mensen om ook in hun eigen omgeving iets te doen tegen eenzaamheid? 

Als je kijkt vanuit dat signaleren, we zijn altijd als mens geneigd om bij je eigen clubje te gaan zitten. Als je gaat lunchen met collega's dan kijk je het restaurant of de kamer rond en dan denk je al gauw “Oh, ik ga gezellig bij dat clubje.” We gaan zelden bij iemand zitten die alleen zit en dat hebben wij nu ook geleerd aan onze vrijwilligers. We hebben donderdag die inloop en ga nou eens zitten bij diegene die alleen aan die tafel zit. Probeer dat contact eens te leggen.

Zo trainen we dus onze vrijwilligers. Doe dat nou eens een keertje, of ga er gewoon eens naast zitten. Waarom zou je altijd bij degene gaan zitten die je kent? Als je vrijwilliger bent, verwachten we van je dat je een taak uitvoert en goed kijkt wat onze medemens nodig heeft.

Dat snap ik. Wat is jouw persoonlijke motivatie om je in te blijven zetten voor het Leger des Heils en hiermee bezig te zijn?

Het komt bij mij van binnenuit. Ik vind het fantastisch. Ook omdat je zoveel dankbaarheid terugkrijgt. Afgelopen vrijdag hebben we een warme maaltijd gekookt omdat er mensen binnenkwamen die al weken geen warm eten hadden gegeten. Die krijgen dan bij ons wel een bon om naar de supermarkt te gaan, maar dan heb je nog geen warme hap. Dat hebben wij op dat moment gemaakt. Ik doe het dan om die dankbare blik,

 Mensen kunnen bij ons ook douchen, hè? Als je op straat leeft is het heerlijk als je op vrijdag even onder de douche kan. Soms zijn het die kleine dingen die mij… Alleen maar een blik van diegene van “Nou, wat lief”. We wassen ook wel eens kleren en dan mogen ze in onze tweedehandswinkel andere kleding uitkiezen. Alleen die dankbare blik, dat is voor mij genoeg. Ik vind het heerlijk werk.

En als we dan kijken naar die mensen die dus met verborgen leed zitten, of die eenzaam zijn? Zijn dat er veel en verbaas jij je daar nog over?

Ik denk dat het meer is dan dat we zouden willen. Het lijkt wel of we elkaar kennen, maar we kennen elkaar helemaal niet. Het is allemaal oppervlakkig en voordat je het achterste van je tong laat zien, dat duurt wel even. Ik doe dat ook niet bij een vreemde. Ga ik ook niet gelijk vertellen waar ik mee zit of waar ik zorgen over heb of waar mijn verdriet zit.

Dan moet je echt dat vertrouwen winnen en dan ook daadwerkelijk iets doen. “Waar kan ik je mee helpen? Heb je zorgen om geld? Heb je geen kleding, wil je douchen? Zeg jij maar waar ik je mee kan helpen.” En dan is het eerst nog “Nee, nee, je kan me nergens mee helpen. Het is goed zo.” en uiteindelijk komt dan tóch: “Mijn twee kinderen komen dit weekend en ik heb eigenlijk geen geld om iets lekkers te kopen.”

Nou, dat kunnen wij voor je oplossen. Als je deelt, als je het vertelt, dan kunnen we iets doen. En dat is die drempel waar ze overheen moeten. Dat kan alleen als ze elke keer dezelfde gezichten zien. Niet steeds wisselen, dan ga je geen vertrouwen winnen, maar als je elke keer hetzelfde gezicht ziet... Uiteindelijk komt dan het verhaal. Zeg ook nooit dat het jou niet zal gebeuren, want het zijn niet alleen maar zwervers en daklozen.

We kennen ook een jurist die zijn hele gezin verloren is bij een auto-ongeluk en die zegt “Voor mij hoeft het niet meer, laat mij maar op straat.” Daar is ook een stuk eenzaamheid wat hij in zijn rugzakje heeft, wat hij mee moet dragen. Maar hij staat wel open voor een gesprek. Hele heftige verhalen dus.

Stel, je hoort dit en je ervaart zelf ook eenzaamheid of je hebt behoefte aan meer contact, maar weet niet hoe. Wat kan het Leger des Heils jou bieden?

Bijna elke plaats heeft tegenwoordig een buurthuiskamer. Als je op internet kijkt, of anders is er altijd wel iemand in jouw buurt die weet waar het Leger des Heils zit. Het zijn gewone huiskamers, niks groots, maar je kunt bijna elke dag terecht voor een kopje koffie, want daar begint het vaak mee. En er zijn heel veel clubs waar je je bij kan aansluiten wat jou misschien heel leuk lijkt.

Pak de moed op en het lef om over die drempel te gaan. En anders bel je naar het Leger des Heils en dan komt iemand je halen of met je meelopen. Dat kan ook. Dan helpen we je samen over die drempel te komen. En als je dan zegt, ik sta bij de deur op je te wachten, dat helpt gewoon.

Fijn dat het hier over konden hebben. Ik vind het bijzonder, bijzondere verhalen, maar ook wat jullie allemaal bieden en ook hoe je er persoonlijk in staat. Mag ik jou heel erg bedanken?

Graag gedaan, en ik hoop dat heel veel mensen de weg vinden naar verenigingen. Het hoeft niet het Leger des Heils zijn, maar dat ze de deur uit komen. Want het is zo jammer om alleen maar op de bank te zitten.

Voel je je eenzaam of wil jij weten wat je kan doen tegen eenzaamheid in je omgeving? Ga dan naar www.zeistinverbinding.nl voor praktische tips en informatie.